Skip to main content
home-page
Deel op facebook
Deel op twitter
home-page
Deel op facebook
Deel op twitter

Hoe pakken andere overheden dit aan?

Ontdek inspirerende projecten

Vragen over of bij een burgerbegroting?

Lees de veelgestelde vragen

Van start gaan of eens brainstormen?

Wij helpen je graag op weg

Verslag intervisie: vertrouwen als brug tussen burger en politiek

22-11-2022

Op donderdag 12 mei vond er een nieuwe intervisie plaats voor het netwerk ‘burgerbegroting in grote steden’. De steden Amsterdam, Antwerpen (district), Brussel, Den Haag, Gent en Groningen maken hier deel van uit. Tijdens de vorige intervisie van 9 maart hadden we het over ‘burgerbegroting en het politieke spel’, deze keer ging de focus naar een ander cruciaal element: vertrouwen. Zoals steeds voorzagen we eerst een stevig inhoudelijk fundament waarop de intervisie kan verder bouwen. Deze keer verzorgden prof. Sofie Marien en Lisa van Dijk van de KU Leuven (Centrum voor Politicologie) een boeiende inleiding over het vertrouwen tussen bestuur en burger.  Nadien gingen we verder in drie groepjes, waarbij ook drie verschillende vormen van vertrouwen besproken werden. Namelijk: Vertrouwen van burgers in de lokale overheid Vertrouwen van de lokale overheid in burgers Vertrouwen tussen burgers onderling In wat volgt, bespreken we deze drie topics op basis van de input tijdens de intervisie. Vertrouwen van burgers in de lokale overheid  Allereerst is het van belang dat burgers er vertrouwen in hebben dat de overheid daadwerkelijk naar hen luistert. Het signaal van oprechte belangstelling in en bekommernis om burgers kan ertoe leiden dat burgers zich gehoord en gerespecteerd voelen door de (lokale) overheid. Dit gevoel van responsiviteit kan, op zijn beurt, leiden tot een versterking van het politiek draagvlak.  Het organiseren van een burgerbegroting is echter geen garantie dat burgers zich automatisch gehoord voelen. Bijvoorbeeld als burgers het gevoel hebben dat ze worden gevraagd om mee te praten terwijl het besluit al vaststaat (het 'ze doen er toch niets mee'-gevoel) of als burgerparticipatie het doel op zich is. Ook als de overheid vervolgens haar beloftes niet nakomt (bijv. door de projecten niet uit te voeren), kan dit zelfs leiden tot meer ontevredenheid en minder draagvlak dan voorheen. Daarnaast is het wellicht niet genoeg om een enkele keer burgers te betrekken, maar is het mogelijk nodig om dit op meer structurele schaal te laten plaatsvinden alvorens het kan leiden tot meer draagvlak. Kortom, het is belangrijk dat burgers vertrouwen hebben in de lokale overheid om naar hen te luisteren. Pas dan zal een burgerbegroting leiden tot meer vertrouwen van burgers in de overheid.  Vertrouwen van de lokale overheid in burgers Voor een goede burgerbegroting is het ook belangrijk dat de lokale overheid vertrouwen heeft in burgers. Zij moet immers beslissingsmacht uit handen geven en erop vertrouwen dat de burgers tot een goede, gedragen uitkomst zullen komen. Pas als de overheid de burgers vertrouwt, zal er een geslaagde samenwerking ontstaan tussen burgers en overheid, bijvoorbeeld in het uitvoeren van de gekozen projecten uit de burgerbegroting. Dan zal een burgerbegroting een meerwaarde zijn in plaats van rompslomp voor zowel burger als overheid. Ook hier zijn er een aantal knelpunten. Wat als een beslissing van burgers over de begroting in strijd is met de beslissing of plannen van de gemeente (bijv. het bestuursakkoord)? Een optie is het strak(ker) afbaken van de kaders van de burgerbegroting, bijv. in welke domeinen de burgers het geld kunnen besteden. Dit kan echter ook weer een signaal van wantrouwen afgeven richting burgers. Een te losse afbakening kan, op zijn beurt, er dan weer toe leiden dat het moeilijk is om de uitkomsten te realiseren en de gemeente eventueel moet terugkomen op de beloftes. En dat kan, zoals gezegd, weer leiden tot meer ontevredenheid en minder politiek draagvlak onder burgers dan voordien.  Het is dus belangrijk dat de overheid vertrouwen heeft in burgers, allereerst om macht uit handen te geven en anderzijds de beslissingen van burgers uit te voeren. Vertrouwen tussen burgers onderling Tot slot is het van belang dat burgers elkaar onderling vertrouwen om een rol op te nemen in politieke besluitvorming. Dit is tweeledig. Enerzijds moeten deelnemers de andere deelnemers in de burgerbegroting vertrouwen om tot een goede beslissing te komen over het budget. De deelnemers moeten immers met elkaar in gesprek en vertrouwen creëert een context waarin men bereid is om naar de ander te luisteren, argumenten in overweging te nemen en compromissen te sluiten. Het is een voorwaarde om samen tot een gedragen besluit te komen. Dit vertrouwen kan worden beschadigd bijvoorbeeld wanneer sommige deelnemers het gesprek domineren, er vooral zitten voor hun eigen gewin of wanneer de meningen sterk gepolariseerd zijn. Wanneer er wel vertrouwen is, kunnen burgers samen tot een gedragen beslissing over het beschikbare budget komen.  Anderzijds is het belangrijk dat de thuisblijvers, d.w.z. de mensen die niet deelnemen aan de burgerbegroting, ook vertrouwen hebben in de deelnemende burgers om tot een goede beslissing te komen namens hen. Zij hebben immers geen invloed op de besteding van het beschikbare budget: De beslissingsmacht ligt bij de deelnemers, en de thuisblijvers kunnen geen controle uitoefenen zoals in verkiezingen. Vertrouwen is daarom cruciaal. Enkele knelpunten zijn dat burgers soms de kennis en competentie van medeburgers in twijfel trekken of dat thuisblijvers het idee kunnen hebben dat deelnemers geen afspiegeling zijn van de samenleving (bijv. vooral politiek geïnteresseerden). Omdat burgerbegrotingen vaak slechts een klein aandeel van de populatie trekt, is het van groot belang dat de thuisblijvers de deelnemers vertrouwen. Pas dan zal een burgerbegroting leiden tot een gedragen beslissing niet enkel onder de kleine groep deelnemende burgers, maar ook meer breed in de gemeente.  Afsluitend kunnen we stellen dat vertrouwen tussen burger en bestuur, en burgers onderling een basisvoorwaarde is voor geslaagde participatie en meer concreet ook burgerbegrotingen. Geslaagde participatie kan het vertrouwen doen toenemen, en daarmee ook het veelbesproken politieke draagvlak…

Verslag intervisie 'Burgerbegroting en het politieke spel'

11-05-2022

Op 9 maart vond er een nieuwe online intervisie plaats voor het netwerk ‘burgerbegroting in grote steden’. Een burgerbegroting kan niet los gezien worden van de (lokale) politieke context. Naar aanleiding van de gemeenteraadsverkiezingen in Nederland op 16 maart, kozen we voor ‘burgerbegroting en het politieke spel’ als thema van deze intervisie. Om het politieke aspect goed in te leiden, kwamen twee politici aan bod die zelf de nodige ervaring hebben opgebouwd rond burgerbegrotingen. Rick Vermin (wethouder Amsterdam Oost) is een gedreven voorvechter van burgerbegroting in Amsterdam. ‘Oost Begroot’ is een zeer succesvolle aanpak, met hoge deelname cijfers. Daarnaast was Patrick van Lunteren (gewezen wethouder Financiën - en burgerbegroting - in Breda) aanwezig. Hij heeft in 2016 een burgerbegroting ingevoerd in Breda. Rick Vermin gaf aan dat de politici van stadsdeel Amsterdam-Oost zich niet inmengen in het buurtbudget. Ze kiezen er ook voor om het reglement niet dicht te timmeren, maar ruimte te laten voor dialoog. Door in gesprek te gaan, gebeurt ook de echte toetsing aan de criteria. Eén van de criteria die wel geformuleerd worden, is dat de projecten binnen het buurtbudget niet mogen ingaan tegen het huidige beleid. De projecten zijn dus puur een aanvulling op het bestaande beleid, ze vormen geen fundamentele veranderingen binnen het beleid. Patrick van Lunteren gaf aan dat de burgerbegroting in Breda nog geen verankerde methodiek is. Voorlopig is het een proeftuin die bij een wisseling van beleidsploeg ook weer kan verdwijnen. Van Lunteren vindt het daarom belangrijk dat de burgerbegroting in Breda meer ingebed wordt bij ambtenaren en gemeenteraad. Daarvoor zijn enthousiaste trekkers/ambtenaren noodzakelijk. Een andere mogelijkheid is om de inwoners te betrekken bij het vormgeven van het proces. Na de intro’s van beide (gewezen) wethouders verdeelden de deelnemers zich over twee thematische breakout rooms. Eén van deze breakouts ging over de manier waarop een burgerbegroting zich verhoudt tot de grote politieke belangen. De vraag die zich als eerste stelt is: welke spanningen kunnen er zijn tussen een burgerbegroting en de politiek? Door de deelnemers uit de steden Groningen en Gent werden de volgende spanningsvelden gedefinieerd: Ten eerste is er de spanning tussen de projecten uit een burgerbegroting en de projecten/dossiers uit een programmabegroting of meerjarenbeleidsplan. Politici (denken te) worden afgerekend op hun verwezenlijkingen uit het beleidsplan, na afloop van hun beleidsperiode. Ze focussen dan ook graag daar op en willen graag zoveel mogelijk aandacht/zichtbaarheid voor die beleidsprojecten. Een burgerbegroting wordt soms zelfs gezien als ‘speelgeld’ dat dient voor ‘de leuke dingen’. Naast deze electorale overweging is er ook de inhoudelijke overweging. Projecten uit een burgerbegroting kunnen immers ingaan tegen de ideologische lijn van de beleidsploeg. Ten tweede gaat het over timing. De uitvoering van dossiers uit het beleidsplan kan soms relatief lang duren. Daartegenover staan de – vaak laagdrempelige – projecten uit een burgerbegroting die veel sneller uitgevoerd kunnen worden. Ten derde zijn er de mogelijke praktische bezwaren tegen bepaalde projecten uit een burgerbegroting. Zo kan er bijvoorbeeld een goed project ingediend worden, waarvoor een gebied met een bepaalde ruimtelijke bestemming nodig is. Dat kan een praktisch probleem vormen. En ten slotte kunnen bepaalde projecten uit de burgerbegroting ook haaks staan op de resultaten van andere participatietrajecten. Al deze spanningsvelden kunnen voor onbegrip zorgen bij de deelnemers aan een burgerbegroting. Maar telkens kan open dialoog en wederzijds begrip ook voor een oplossing zorgen. Zowel tussen burger en politiek als tussen politieke structuren onderling. Uit de dialoog in deze breakout room bleek ook dat bepaalde spanningsvelden mogelijk ook voorkomen kunnen worden door het kader dat vooraf bepaald wordt. De steden geven aan dat het een moeilijk evenwicht is tussen een licht kader en opening voor dialoog enerzijds, en een dichtgetimmerd kader waar er geen enkele mogelijkheid voor interpretatie, dialoog of argumentatie is. De tweede breakout room ging in gesprek over de verhouding tussen burgerbegrotingen en het bestaande beleid. Enkele opvallende zaken uit deze uitwisseling: Evenwicht zoeken tussen maximaal mogelijk maken en transparantie Net zoals in de andere breakout room ging het ook in deze groep vrij snel over het kader van de burgerbegroting of het buurtbudget. Alle aanwezige steden waren het er wel over eens om het kader zo licht mogelijk te houden. Maar dan bots je o.a. op de transparante toepassing van de geformuleerde criteria. Welk ingediend project beantwoordt er wel aan, welke niet? Hoe lichter het kader is, hoe meer ruimte voor discussie. Om die reden is er binnen de stad Gent een centrale dienst die de lijn van het kader bewaakt en ervoor zorgt dat de toetsing aan de criteria transparant blijft. Evenwicht zoeken tussen maximaal mogelijk maken en de grenzen/visie van de politiek Een ander evenwicht waar de steden naar zoeken, is dat tussen een licht kader voor de burgerbegroting en de politieke visie van een stad. Zowel Gent, Antwerpen, Amsterdam en Den Haag waren akkoord dat een burgerbegroting maximaal mogelijk moet maken. Maar uiteraard hebben beleidsmakers zelf ook visies en plannen, en soms zijn die moeilijk of zelfs niet verenigbaar met de projecten van inwoners. De Stad Groningen heeft om die reden een wijkwethouder die toegewezen is om die spanningen te bewaken. Burgerbegroting heeft de cultuur en organisatie mee beïnvloed Burgers denken niet in de kaders van ambtenaren en politici, dat ervaren alle aanwezige steden. Een illustratie daarvan is de bevoegdheidsverdeling. Burgers houden hier geen rekening mee wanneer ze met hun idee of project bezig zijn. In het district Antwerpen bijvoorbeeld – waar een bevoegdheidsverdeling geldt tussen district, stad en provincie – ervaren ze dat inwoners vaak de grenzen van hun districtsbevoegdheden opzoeken. Dit zorgt er voor dat bepaalde interne diensten de lijn moeten bewaken, maar ook de interne communicatie tussen de diensten en overheden nog belangrijker wordt. De lokale overheden worden er zo deels toe gedwongen om tegemoet te komen aan de denkwijze van hun inwoners.

Ontdek alle berichten

Project in de kijker: Burgerbudget Genk

Genkenaren hebben nog tot 13 november om hun ruwe ideeën in te dienen!

Ontdek het project